direct naar inhoud van Regels
Plan: Paashoefsedijk 34
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1652.WPPaashoefsedijk34-VA01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan

het wijzigingsplan Paashoefsedijk 34 met identificatienummer NL.IMRO.1652.WPPaashoefsedijk34-VA01 van de gemeente Gemert-Bakel.

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij horende bijlagen.

1.3 overige begrippen

Op dit bestemmingsplan zijn de begrippen uit de regels van het bestemmingsplan "Gemert- Bakel Buitengebied 2010 " van toepassing.

Artikel 2 Wijze van meten

Op dit wijzigingsplan is de wijze van meten uit de regels van het bestemmingsplan 'Gemert- Bakel Buitengebied 2010' van toepassing.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Wonen

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. Per bestemmingsvlak is één woning toegestaan. Voor bestemmingsvlakken met de aanduiding “maximum aantal wooneenheden” geldt het daarin aangegeven aantal als het maximum.

2. Voorzieningen ten behoeve van waterberging en –infiltratie.

3.2 Bouwregels

Op of in de in 3.1 bedoelde gronden mag worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels.

  • 1. Herbouw (nieuwbouw) van een bestaande woning is alleen toegestaan indien deze plaatsvindt op de bestaande fundering.
  • 2. De woning mag een inhoud hebben van maximaal 600m³.
  • 3. De maximale goothoogte is 4,5m¹, tenzij uit de verbeelding een andere hoogte blijkt.
  • 4. De maximale bouwhoogte 8m¹, tenzij uit de verbeelding een andere hoogte blijkt.
  • 5. De afstand tussen de hoofdgebouwen mag maximaal 15m¹ zijn.
  • 6. Bij woningen is een bijbouw toegestaan met een oppervlakte van maximaal 100m², een goothoogte van maximaal 3m¹ en een bouwhoogte van maximaal 5,5m¹.
  • 7. Bij woningen zijn bouwwerken geen gebouw zijnde(vb. carports en overkappingen) toegestaan met een oppervlakte van maximaal 50 m2, een goothoogte van maximaal 3 m en bouwhoogte van maximaal 5,5 m.
  • 8. De maximale toegestane hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde is 8m¹.
  • 9. De hoogte van erfafscheidingen mag maximaal 2m¹ zijn.
  • 10. De minimale afstand tot de zijdelingse en achterste perceelsgrens is 3m¹.
  • 11. De maximale oppervlakte van uitbreiding van bebouwing zonder erfbeplanting is 20m².
3.3 Specifieke gebruiksregels

Onder gebruik in strijd met de bestemming als bedoeld in artikel 3 van dit plan wordt in ieder geval verstaan:

  • 1. Het gebruiken van bijgebouwen voor bewoning.
  • 2. Het gebruiken van gronden en gebouwen voor bedrijfsactiviteiten.
  • 3. Het aanleggen van mest- of waterbassins van folie.
3.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.4.1 Verbod

Het is verboden op of in de in 3.1. bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning) erfbeplanting te verwijderen.

Geen omgevingsvergunning is vereist voor normaal onderhoud en beheer (werkzaamheden in de bodem tot een diepte van maximaal 40cm).

3.4.2 Toelaatbaarheid

Deze werken en/of werkzaamheden zijn slechts toelaatbaar indien zij verband houden met de doeleinden, die aan de bestemming zijn toegekend en door het uitvoeren van deze werken of werkzaamheden noch direct noch indirect onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waarden en kwaliteiten van de desbetreffende gronden zoals omschreven in de (dubbel)bestemming met eventuele aanduiding, en in het beeldkwaliteitplan.

Artikel 4 Waarde - Archeologie

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor “Waarde – Archeologie” aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(hoofdbestemming), bestemd voor instandhouding en bescherming van de in de grond aanwezige archeologische waarden.

4.2 Bouwregels

Voor deze gronden geldt de specifieke eis dat, voordat er –middels afwijking- een bouwvergunning kan worden verleend voor bouwwerkzaamheden met een oppervlakte van meer dan 500 m2 en een diepte van meer dan 0,40 m., door middel van een door burgemeester en wethouders goedgekeurd archeologisch vooronderzoek moet zijn aangetoond dat er geen sprake is van een onevenredige aantasting van de archeologische waarden.

4.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.3.1 Verbod

Het is verboden op of in de in 4.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders(omgevingsvergunning) de volgende werken, niet zijnde bouwwerkzaamheden uit te voeren over een oppervlakte van meer dan 500 m2 en een diepte van meer dan 0,40 m:

  • 1. Afgraven, vergraven en egaliseren van de bodem.
  • 2. Het ophogen van de bodem.
  • 3. Aanleggen of verwijderen van kaden en/of het aanbrengen van veranderingen in bestaande kaden.
  • 4. Diepploegen en diepwoelen.
  • 5. Graven, verbreden, verbeteren of dempen van sloten, greppels of kleine geïsoleerde wateren.
  • 6. Aanleggen van drainage.
  • 7. Het aanbrengen van oppervlakteverharding meer dan 100 m2.
  • 8. Aanbrengen van ondergrondse en bovengrondse energie-, transport en/of communicatieleidingen.
  • 9. Vellen of rooien en het aanplanten van houtgewas.
  • 10. Aanbrengen van teeltondersteunende voorzieningen.

4.3.2 Uitzonderingen

Geen omgevingsvergunning is vereist voor:

Werkzaamheden in het kader van archeologisch onderzoek en het doen van opgravingen.

  • 1. Normaal onderhoud en beheer met inbegrip van onderhouds- en vervangingswerkzaamheden van bestaande bestratingen en beplantingen binnen bestaande tracés van kabels en leidingen.
  • 2. Voor zover het werkzaamheden in de bodem betreft binnen een afstand van maximaal 2,5 m uit een bestaande fundering van een bouwwerk.

De werken en/of werkzaamheden genoemd in 4.3.1 zijn slechts toelaatbaar indien uit een door burgemeester en wethouders goedgekeurd archeologisch onderzoek blijkt dat er geen sprake is van een onevenredige aantasting van archeologische waarden.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Op het plangebied zijn de algemene regels, zoals bepaald in Hoofstuk 3 van het bestemmingsplan 'Gemert- Bakel buitengebied 2010' van toepassing.

Artikel 5 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 6 Algemene aanduidingsregels

6.1 Wonen in extensiveringsgebied

Op het plangebied is wonen in extensiveringsgebied van toepassing, zoals bepaald in artikel 26.1.3. van het bestemmingsplan 'Gemert- Bakel buitengebied 2010' van toepassing.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 7 Overgangsrecht

7.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • 1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan;
  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig afwijken van het eerste lid onder artikel 7.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%;
  • 3. Het eerste lid onder artikel 7.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
7.2 Overgangsrecht gebruik
  • 1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
  • 2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid onder artikel 7.2, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
  • 3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid onder artikel 7.2, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
  • 4. Het eerste lid onder artikel 7.2 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 8 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het wijzigingsplan 'Paashoefsedijk 34'.