direct naar inhoud van Artikel 11 Algemene aanduidingsregels
Plan: Woningbouw Oudestraat-Bisonstraat te Gemert
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1652.Bisonstrt2012-VA01

Artikel 11 Algemene aanduidingsregels

11.1 Vrijwaringszone - molenbiotoop
11.1.1 Omschrijving gebiedsaanduiding

Naast de overige krachtens dit bestemmingsplan aan de gronden gegeven doeleinden zijn de als “vrijwaringszone molenbiotoop” bestemde gronden primair bedoeld voor:

  • a. bescherming van de functie als werktuig van de in de omgeving voorkomende windmolen, onder andere gelet op de windvang;

11.1.2 Bouwregels

Voor het oprichten van bouwwerken geldt het volgende:

  • a. binnen de op de verbeelding aangegeven vrijwaringszone, geldt als maximale bouwhoogte de uitkomst van de volgende formule:

Molen de Volksvriend (afstand tot de molen / 50) + 3,47

(afstand tot de molen / 140)¹ + (0,2 * askophoogte)²
Noot 1: Voor open gebied bedraagt dit getal 140; voor ruw en gesloten gebied bedraagt de waarde 75 respectievelijk 50.

Noot 2: De askophoogte is de hoogte waarop de wieken zijn bevestigd, gemeten vanaf het peil van waaraf de hoogte van de in de aanhef van artikel 1.2 bedoelde bouwwerken wordt gemeten.

  • b. in afwijking van het bepaalde onder a is bebouwing met een grotere hoogte in de volgende gevallen toegestaan:
    • 1. het betreft een bouwwerk met een bestaande grotere hoogte; of
    • 2. het betreft een bouwwerk, dat gezien vanuit de molen aan de achterzijde van bestaande bouwwerken wordt opgericht, en waarbij aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
      • de hoogte en breedte blijft binnen de contouren (hoogte, breedte) van de bouwwerken waarachter deze wordt opgericht
      • het bouwwerk wordt aan een bestaand bouwwerk gebouwd dan wel vrijstaand opgericht binnen een afstand van ten hoogste 10 m uit bestaande bouwwerken;
      • het vloeroppervlak van krachtens deze bepaling opgerichte bouwwerken mag in totaal niet meer bedragen dan 10% van de bouwwerken waarachter wordt gebouwd;
      • het oprichten van een bouwwerk is uitsluitend toegestaan, voor zover dit mogelijk is op basis van de overige voor deze bestemming geldende bestemming.

11.1.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om nadere eisen te stellen aan de situering en afmetingen van bebouwing of beplanting ter bescherming van het in artikel 11.1.1 bedoelde belang.

11.1.4 Afwijken van de bouwregels
  • a. Burgemeester en wethouders kunnen door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 11.1.2 voor bebouwing op een andere locatie, met een grotere hoogte of een grotere breedte. Hierbij gelden de volgende voorwaarden:
    • 1. de omgevingsvergunning kan alleen worden verleend voor zover bebouwing:
      • onder de voorwaarden als bedoeld in artikel 11.1.2 onder b;
      • dan wel krachtens het bepaalde elders in deze regels en/of op de verbeelding aan de achterzijde van bestaande bebouwing of beplanting niet mogelijk is;
      • of indien de bebouwing of ander gebruik onder de voorwaarden als bedoeld in artikel 11.1.2 onder b om bedrijfstechnische redenen redelijkerwijs niet mogelijk is;
    • 2. de omgevingsvergunning kan alleen worden verleend voor bouwwerken tot in totaal een vloeroppervlak van maximaal 10% van de bebouwing waarbij wordt gebouwd;
    • 3. de omgevingsvergunning kan alleen worden verleend, voor zover het voorgenomen bouwen of gebruik mogelijk is op basis van de overige voor deze gronden geldende bestemming(en).
  • b. Burgemeester en Wethouders door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 11.1.2 onder a voor het toelaten van hogere bebouwing.

11.1.5 Specifieke gebruiksregels
  • a. Het is niet toegestaan aanwezig te hebben:
    • 1. Bouwwerken geen gebouw zijnde;
    • 2. beplanting in de vorm van bomen, heesters of andere opgaande begroeiing;

tot een hoogte die groter is dan de hoogte die in artikel 11.1.2 onder a en b als maximum is aangegeven.

  • b. In afwijking van het bepaalde onder a. is het in dat lid genoemde gebruik toegestaan indien het betreft bestaand gebruik met een grotere hoogte.

11.1.6 Afwijken van de gebruiksregels
  • a. Burgemeester en Wethouders door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 11.1.5 onder a voor een gebruik als bedoeld in dat lid voorzover met windtunnelonderzoek kan worden aangetoond dat door verlening van de omgevingsvergunning geen aantasting van de windvang optreedt. Voordat de omgevingsvergunning wordt verleend, wordt advies ingewonnen van de vereniging De Hollandsche Molen.