direct naar inhoud van Artikel 32 Algemene wijzigingsregels
Plan: Bestemmingsplan Bakel, Milheeze en Rips
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1652.BPBMR-ON01

Artikel 32 Algemene wijzigingsregels

32.1 Wijzigen bestemmingsgrenzen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6. lid 1 onder a. Wet ruimtelijke ordening het plan te wijzigen:

  • a. door het aanbrengen van wijzigingen in de plaats, richting en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen te behoeve van de praktische uitvoering van het plan met dien verstande, dat de afwijking ten hoogste 5 m¹ mag bedragen mits het wijzigingen betreft waarbij geen belangen van derden worden geschaad dan wel ter correctie van afwijkingen of onnauwkeurigheden op de verbeelding;
32.2 Wijzigen Staat van bedrijven

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6. lid 1 onder a. Wet ruimtelijke ordening het plan te wijzigen:

  • a. de Staat van Bedrijven te wijzigen, indien technologische ontwikkelingen of vernieuwde inzichten hiertoe aanleiding geven.
32.3 Wijzigen bestemmingen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6. lid 1 onder a. Wet ruimtelijke ordening het plan te wijzigen:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'Wro zone – wijzigingsgebied 1' de bestemming 'Bedrijf-A' en/ of 'Bedrijf-B' te wijzigen in de bestemming 'Wonen', mits:
    • 1. de toename van het aantal woningen past in het gemeentelijke volkshuisvestingsprogramma;
    • 2. middels een bodemonderzoek wordt aangetoond, dat geen voor de functie als hotel onaanvaardbare verontreiniging aanwezig;
    • 3. middels een akoestisch onderzoek is aangetoond dat geen geluidbelemmeringen aanwezig zijn;
    • 4. wordt aangesloten bij het bepaalde in de bestemming 'Wonen'.
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'Wro zone – wijzigingsgebied 2' de bestemming 'Wonen' te wijzigen in de bestemming 'Wonen', mits:
    • 1. de toename van het aantal woningen past in het gemeentelijke volkshuisvestingsprogramma;
    • 2. middels een bodemonderzoek wordt aangetoond, dat geen voor de functie wonen onaanvaardbare verontreiniging aanwezig;
    • 3. wordt aangesloten bij het bepaalde in de bestemming 'Wonen'
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'Wro zone – wijzigingsgebied 3' de bestemming 'Bedrijf-A' en 'Bedrijf-B' te wijzigen in de zin dat de bouw van garages mogeljik wordt gemaakt waarbij aan de vlgeden eisen moet worden voldaan:
    • 1. de goothoogte niet meer dan 4,5m1 bedraagt;
    • 2. de goothoogte niet meer dan 6,5m1 bedraagt;
    • 3. de oppervlakte van de gebouwen niet meer dan 450m2 bedraagt.
  • d. ter plaatse van de bestemming 'Centrum-A' te wijzigen in die zin, dat de bouw van één woning mogelijk wordt gemaakt mits:
    • 1. de toename van het aantal woningen past in het gemeentelijke volkshuisvestingsprogramma;
    • 2. middels een bodemonderzoek wordt aangetoond, dat geen voor de functie wonen onaanvaardbare verontreiniging aanwezig;
    • 3. wordt aangesloten bij het bepaalde in de bestemming 'Woondoeleinden''.
  • e. ter plaatse van de bestemming 'Centrum-B' te wijzigen in die zin, dat de bouw van appartementen mogelijk wordt gemaakt mits:
    • 1. de toename van het aantal woningen past in het gemeentelijke volkshuisvestingsprogramma;
    • 2. middels een bodemonderzoek wordt aangetoond, dat geen voor de functie wonen onaanvaardbare verontreiniging aanwezig;
    • 3. wordt aangesloten bij het bepaalde in de bestemming 'Centrum-B'.
32.4 Bouwaanduiding met betrekking tot monumenten en beeldbepalende panden

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6. lid 1 onder a. Wet ruimtelijke ordening het plan te wijzigen in die zin dat:

  • a. de bouwaanduiding "specifieke bouwaanduiding – monument" of "specifieke bouwaanduiding – beeldbepalend pand" wordt opgeheven indien er geen sprake meer is van een monument respectievelijk beeldbepalend pand;
  • b. de bouwaanduiding "specifieke bouwaanduiding – monument" of "specifieke bouwaanduiding - beeldbepalend pand" wordt toegevoegd indien een bouwwerk of gebied de status 'monument' respectievelijk 'beeldbepalend pand' heeft gekregen.