Artikel 20. Waarde- Oude Akker
Toelichting De dubbelbestemming Waarde- Oude akker is toegekend aan
die locaties waar in die mate sprake is van cultuurhistorische waarde dat een
afzonderlijke hierop gerichte dubbelbestemming gerechtvaardigd is. Deze gronden zijn met name waardevol door het
cultuurhistorisch patroon met onder andere kenmerken als het aanwezige
reliëf(vaak bolle vorm), hoge ligging ten opzichte van de omgeving en een
dikke eerdlaag. Leeswijzer Om van de algemene regelingen en bepalingen op de hoogte
te zijn, dient u naast dit artikel met name de volgende planregels te
raadplegen: Artikel 1 t/m 3 Inleidende
regels; Artikel 22 t/m 29 Algemene
regels; Als u iets wilt dat niet lijkt te passen binnen de
bestemming, kunt u de flexibiliteitregels van artikel 30 en 31 raadplegen om
te kijken of deze wel mogelijkheden bieden. |
20.1. Bestemmingsomschrijving
De voor “Waarde – Oude akker” aangewezen gronden zijn,
behalve voor de daar voorkomende bestemming(hoofdbestemming), bestemd voor
instandhouding en bescherming van de aanwezige cultuurhistorische waarden.
20.2. Bouwregels
Op de in 20.1. bedoelde gronden mag niet worden gebouwd.
20.3. Specifieke
gebruiksregels
Voor de in 20.1. bedoelde gronden met worden de volgende
werken en/of werkzaamheden in ieder geval als met de bestemming strijdig
gebruik aangemerkt en zijn dus verboden:
1. Afgraven,
vergraven en egaliseren van de bodem.
2. Aanleggen
van drainage.
3. Aanbrengen
van oppervlakteverharding.
4. Het
aanleggen van mest- of waterbassins van folie
20.4. Aanlegvergunningregels
Het is verboden op of in de in 20.1. bedoelde gronden zonder
of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en
wethouders(aanlegvergunning) de volgende werken, niet zijnde bouwwerkzaamheden
uit te voeren:
1. Ophogen van
de bodem
2. Aanleggen of
verwijderen van kaden en/of het aanbrengen van veranderingen in bestaande kaden
3. Diepploegen
en diepwoelen
4. Graven,
verbreden, verbeteren of dempen van sloten, greppels of kleine geďsoleerde
wateren
5. Aanbrengen
van ondergrondse en bovengrondse energie-, transport en/of communicatieleidingen
6. Vellen of
rooien en het aanplanten van houtgewas
7. Aanbrengen
van teeltondersteunende voorzieningen
Deze werken en/of werkzaamheden zijn slechts toelaatbaar
indien zij verband houden met de doeleinden, die aan de bestemming zijn
toegekend en door het uitvoeren van deze werken of werkzaamheden noch direct
noch indirect onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waarden en kwaliteiten
van de desbetreffende gronden zoals omschreven in de (dubbel)bestemming met
eventuele aanduiding, en in het beeldkwaliteitplan.
Geen aanlegvergunning is vereist voor normaal onderhoud en
beheer (werkzaamheden in de bodem tot een diepte van maximaal 40cm).
20.5. Flexibiliteitregels
In de algemene regels en de artikelen 30
en 31 van dit bestemmingsplan zijn de eventueel van toepassing
zijnde ontheffingen en wijzigingsmogelijkheden opgenomen.