direct naar inhoud van Artikel 4 Groen
Plan: Royackers Beton
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1652.StedelijkRoy-VA01

Artikel 4 Groen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen, bermen, beplanting en plantsoenen;
  • b. kunstobjecten;
  • c. leidingen en kabels;
  • d. (openbare) nutsvoorzieningen, met uitzondering van verkooppunten voor motorbrandstoffen;
  • e. parkeervoorzieningen;
  • f. speelvoorzieningen;
  • g. (ontsluitings-) wegen en paden;
  • h. water, waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen, waterpartijen en (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen;

4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemeen

In of op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

  • a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • b. gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen.

4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:

  • a. de hoogte van nutsvoorzieningen mag niet meer bedragen dan 3 m en de oppervlakte niet meer dan 15 m²;
  • b. lichtmasten mogen niet hoger zijn dan 8 m bedragen;
  • c. de hoogte van overige bouwwerken geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 4 m.

4.3 Gebruikregels

Onder strijdig gebruik van de grond en bouwwerken wordt in elk geval begrepen, het gebruik als:

  • a. standplaats voor meer dan een kampeermiddel, alsmede het gebruik van het gedeelte van het bouwperceel als standplaats voor kampeermiddelen;
  • b. opslag-, stort-, lozings- of bergplaats van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, stoffen of producten, behoudens voor zover dat noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • c. terrein voor het al dan niet voor de verkoop opslaan en opstellen van ongebruikte en/of gebruikte dan wel geheel of gedeeltelijk of gebruikte onderdelen samengestelde machines en voer- of vaartuigen c.q. onderdelen daarvan, welke bruikbaar en niet aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken zijn, behoudens voor zover het betreft parkeren in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • d. opslagplaats van bouw- en/of aannemersmaterialen.

4.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.4.1 Verboden uitvoering van andere werken

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning) op de in 4.1 bedoelde gronden de volgende (andere) werken uit te voeren:

  • a. het ontgronden, vergraven, afgraven, egaliseren, diepploegen, woelen en mengen en ophogen van gronden;
  • b. het aanleggen, verbreden en verharden van paden, banen en andere oppervlakteverhardingen;
  • c. het aanleggen, verdiepen, verbreden en dempen van sloten, watergangen en overige waterpartijen;
  • d. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
  • e. het aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplantingen, het bebossen en aanplanten van gronden en het rooien en/of kappen van bos of andere houtgewassen;
  • f. het scheuren van grasland;
  • g. andere werken die een verandering van de waterhuishouding of het grondwaterpeil tot gevolg hebben, zoals drainage en (onder)bemaling;
  • h. het aanleggen van voorzieningen ten behoeve van het recreatief medegebruik.

4.4.2 Voorwaarden

De in 4.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien:

  • a. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden;
  • b. alvorens over de aanvraag wordt beslist, dient de aanvrager een rapport te overleggen waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld;
  • c. een rapport is niet noodzakelijk indien naar het oordeel van burgemeester en wethouders de archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld. Deze informatie wordt dan als een rapport beschouwd;
  • d. het leidingbelang hierdoor niet onevenredig wordt geschaad.

4.4.3 Uitzondering

Het verbod als bedoeld in 4.4.1 is niet van toepassing op andere werken die:

  • a. het normale onderhoud, gebruik en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.