Artikel 16.2. Verwevingsgebied
16.2.1. Landbouw in verwevingsgebied
Verwevingsgebieden
zijn gericht op verweving van landbouw, wonen, natuur en recreatie.
Nieuwvestiging van agrarische bedrijven is niet toegestaan. De grondgebonden
veehouderij kan zich in de verwevingsgebieden in principe normaal blijven
ontwikkelen.
Ondersteunende
voorzieningen
Binnen het
agrarisch bestemmingsvlak zijn op bedrijfsniveau ondersteunende voorzieningen,
zoals mestverwerking, energie- opwekking en biovergisting toegestaan ten
behoeve van een duurzame ontwikkeling van het ter plaatse gevestigde bedrijf.
Binnen het
agrarisch bestemmingsvlak zijn alle vormen van teeltondersteunende
voorzieningen, inclusief maximaal
16.2.2. Niet-agrarische en recreatieve activiteiten in
verwevingsgebied
Voor
niet-agrarische bedrijfsactiviteiten wordt een uitbreiding toegestaan van
maximaal 15% van de bestaande bebouwing. Voor agrarisch verwante bedrijvigheid
geldt een uitbreiding van maximaal 25%.
Omschakeling
naar een andere niet-agrarische bedrijfsactiviteit is toegestaan, mits dit
gebeurt binnen dezelfde milieucategorie. Recreatieve bedrijfsactiviteiten zijn
onder voorwaarden mogelijk.
Bestaande
recreatiebedrijven kunnen hun activiteiten blijven voortzetten. Op vrijkomende
agrarische locaties is het in principe mogelijk een nieuw recreatiebedrijf te
vestigen, tenzij het gaat om een duurzame locatie voor intensieve veehouderij.
16.2.3. Wonen in verwevingsgebied
Toevoeging van burgerwoningen is mogelijk alleen door
splitsing van beeldbepalende panden en via de ruimte voor ruimte regeling in
bebouwingsclusters. Tijdelijke woonvoorzieningen ten behoeve van mantelzorg
zijn toegestaan evenals aan huis gebonden beroepen.
Deelname aan provinciale rood-voor-groenregelingen zou
mogelijkheden kunnen bieden voor het realiseren van burgerwoningen(Ruimte voor
Ruimteregeling) dan wel landhuizen (Landgoederenregeling).