Artikel 3 Agrarisch-Agrarisch bedrijf

 

3.1 Bestemmingsomschrijving

 

De voor Agrarisch- Agrarisch bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor de uitoefening van een agrarisch bedrijf met de bijbehorende voorzieningen zoals mestopslagsilo’s, permanente en tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van waterberging en - infiltratie, voeren mestplaten, mest- of waterbassins van folie, verharding en groene erfinrichting, alsmede wandelpaden. De oppervlakte voor bebouwing, verharding en andere voorzieningen mag maximaal 80% van het bestemmingsvlak bedragen zodat er tenminste 20% overblijft voor de groene erfinrichting.

 

Per bestemmingsvlak mag slechts één bedrijf worden uitgeoefend. Verder zijn op bedrijfsniveau voorzieningen toegestaan ten behoeve van een duurzame ontwikkeling en exploitatie van het desbetreffende bedrijf. Op bestemmingsvlakken met de aanduiding “specifieke vorm van agrarisch –grondgebonden” zijn alleen grondgebonden activiteiten toegestaan.

 

3.2 Bouwregels

 

Op of in de in 3.1. bedoelde gronden mag het volgende worden gebouwd:

a. één bedrijfswoning met aan- en bijbouwen

b. agrarische bedrijfsbebouwing

c. bouwwerken geen gebouw zijnde en andere voorzieningen

d. maximaal 1000 m2 ondersteunende kassen

 

Op of in de in 3.1. bedoelde gronden mag gebouwd worden met inachtneming van de volgende maatvoering:

a. de bedrijfswoning mag een inhoud hebben van maximaal 750m³

b. de maximale goothoogte is 4,5m¹, tenzij uit de verbeelding een andere hoogte blijkt

c. de maximale bouwhoogte 11m¹, tenzij uit de verbeelding een andere hoogte blijkt

d. de afstand tussen de hoofdgebouwen is maximaal 15m¹

e. de maximale toegestane hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde is 12m¹

f. de hoogte van erfafscheidingen mag maximaal 2m¹ zijn

g. de minimale afstand tot de zijdelingse en achterste perceelsgrens is 3m¹

h. de maximale oppervlakte van uitbreiding van bebouwing zonder erfbeplanting is 20m²

i. ondergronds bouwen tot meer dan 1 meter beneden peil is toegestaan voor het realiseren van mestputten onder bedrijfsgebouwen.

 

3.3 Specifieke gebruiksregels

 

Onder met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gebouwen anders dan de bedrijfswoning voor bewoning.

 

3.4 Aanlegvergunningsregels

 

Het is verboden op of in de in 3.1. bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) erfbeplanting te verwijderen. Geen aanlegvergunning is vereist voor normaal onderhoud en beheer. Deze werken en/of werkzaamheden zijn slechts toelaatbaar indien zij verband houden met de doeleinden, die aan de bestemming zijn toegekend en door het uitvoeren van deze werken of werkzaamheden noch direct noch indirect onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waarden en kwaliteiten van de desbetreffende gronden zoals omschreven in de (dubbel)bestemming met eventuele aanduiding, en in het beeldkwaliteitplan. Voor het verwijderen van erfbeplanting geldt in dit verband dat uit een nieuw (erf)inrichtingsplan moet blijken dat aan artikel 3.1. kan worden voldaan.

 


3.5 Flexibiliteitregels

 

3.5.1 Gebruik (voormalige) agrarische bedrijfsgebouwen voor niet agrarische doeleinden

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor niet-agrarisch gebruik van (voormalige) agrarische bedrijfsgebouwen mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

a. het betreft de opslag van naar hun aard statische goederen, d.w.z. goederen die niet

regelmatige verplaatst worden (boten, antieke auto’s, caravans, inboedels en dergelijke);

b. uit een bedrijfsplan blijkt dat er sprake is van een nevenactiviteitbij de hoofdfunctie;

c. het betreft een oppervlakte van maximaal 1.000m2;

d. de opslag is niet bestemd voor handelsdoeleinden;

e. de opslag staat niet ten dienste van een elders gevestigd niet-agrarisch bedrijf.

 

3.5.2. Verkoop van op het (agrarische) bedrijf vervaardigde of geteelde producten

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor detailhandel op een (agrarisch) bedrijf mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

a. het betreft de rechtstreekse verkoop in het klein van op het bedrijf vervaardigde of geteelde producten;

b. de voor deze detailhandel gebruikte oppervlakte bedraagt maximaal 100m2.