Toelichting De bestemming Agrarisch – Agrarisch Bedrijf is
toegekend aan die locaties waar sprake is van bedrijfsmatige agrarische
activiteiten met bebouwing en ondersteunende voorzieningen. Niet alle agrarische
activiteiten zijn zonder meer toegestaan. Afhankelijk van de ligging is dit
beperkt tot (een) bepaalde bedrijfsvorm(en). Dit is op de plankaart
aangeduid. Leeswijzer Om van de algemene
regelingen en bepalingen op de hoogte te zijn, dient u naast dit artikel 4
met name de volgende planregels te raadplegen: ·
Artikel 1 t/m 2 Inleidende
regels; ·
Artikel 4 t/m 11
Algemene regels; Als u iets wilt dat niet
lijkt te passen binnen de bestemming, kunt u de flexibiliteitregels raadplegen
om te kijken of deze wel mogelijkheden bieden; |
4.1. Bestemmingsomschrijving
De voor Agrarisch- Agrarisch bedrijf
aangewezen gronden zijn bestemd voor de uitoefening van een agrarisch bedrijf met
de bijbehorende voorzieningen zoals mestopslagsilo’s, permanente en tijdelijke
teeltondersteunende voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van waterberging
en - infiltratie, voer- en mestplaten, mest- of waterbassins van folie, verharding en groene erfinrichting. Met in het bijzonder voor zover
nader aangeduid op de verbeelding de uitoefening van één niet-grondgebonden
agrarisch bedrijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding
"niet-grondgebonden" (ng). De oppervlakte voor bebouwing, verharding en andere
voorzieningen mag maximaal 80% van het bestemmingsvlak bedragen zodat er
tenminste 20% overblijft voor de groene erfinrichting.
Per bestemmingsvlak mag slechts één bedrijf worden
uitgeoefend. Verder zijn op bedrijfsniveau voorzieningen toegestaan ten behoeve
van een duurzame ontwikkeling en exploitatie van het desbetreffende bedrijf
zoals mestverwerking, energie – opwekking en biovergisting.
4.2. Bouwregels
Op of in de in Lid 4.1. bedoelde gronden mag als
volgt worden gebouwd:
1.
agrarische bedrijfsgebouwen, één bedrijfswoning met
aan- en bijgebouwen, bouwwerken en andere voorzieningen . Voor ( delen van) bestemmingsvlakken
met de aanduiding “maximum bebouwingspercentage” geldt het daarin aangegeven
getal als maximum.
2.
de maximale goothoogte is 4,5m¹ en de maximale
bouwhoogte 10m¹
3.
de bedrijfswoning mag een inhoud hebben van maximaal
750m³. Bij de bedrijfswoning is een bijgebouw toegestaan met een oppervlakte
van maximaal 100m², een goothoogte van maximaal 3m¹ en een bouwhoogte van
maximaal 5,5m¹.
4.
de maximale toegestane hoogte van bouwwerken geen
gebouwen zijnde is 12m¹ met dien verstande dat de hoogte van erfafscheidingen
maximaal 2m¹ mag zijn.
5.
de afstand tussen de hoofdgebouwen mag maximaal 15m¹
zijn;
6.
de minimale afstand tot de zijdelingse en achterste
perceelsgrens is 3m¹
7.
de maximale oppervlakte van uitbreiding van
bebouwing zonder erfbeplanting is 20m².
4.3. Specifieke
gebruiksregels
Onder met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval
verstaan het gebruik van gebouwen anders dan de bedrijfswoning voor bewoning.
4.4. Aanlegvergunningregels
Het is verboden op of in de in lid 4.1. bedoelde gronden
zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en
wethouders ( aanlegvergunning) erfbeplanting te verwijderen. Geen
aanlegvergunning is vereist voor normaal onderhoud en beheer.
Deze werken en/of werkzaamheden zijn slechts toelaatbaar indien zij verband houden met de
doeleinden, die aan de bestemming zijn toegekend en door het uitvoeren van deze
werken of werkzaamheden noch direct noch indirect onevenredige afbreuk wordt
gedaan aan de waarden en kwaliteiten van de desbetreffende gronden zoals
omschreven in de (dubbel)bestemming met eventuele aanduiding, en in het
beeldkwaliteitplan.
Voor het verwijderen van erfbeplanting geldt in dit verband
dat uit een nieuw (erf)inrichtingsplan moet blijken dat aan artikel 7 kan
worden voldaan.