Artikel 12.        Ontheffingsregels

 

Toelichting

In de praktijk is er in concrete gevallen soms behoefte om activiteiten te kunnen ontplooien waar het bestemmingsplan niet direct in voorziet. Het zou te ver gaan om dergelijke activiteiten bij voorbaat in alle gevallen mogelijk te maken door deze direct in de bestemming op te nemen, van de andere kant is er ook geen bezwaar tegen om die activiteiten onder bepaalde voorwaarden toe te staan met behoud van de geldende bestemming. Vaak gaat het hierbij om zogeheten nevenactiviteiten. In dit artikel is ook aangegeven onder welke voorwaarden een ontheffing kan worden verleend.

 

 

12.1.     Ondergronds bouwen

Er kan ontheffing verleend worden van het bepaalde in artikel 14.1.sub 2 voor het ondergronds bouwen mits:

1.                  de bouwlocatie niet gelegen is binnen de dubbelbestemming “Waarde – archeologie”;

2.                  het bouwen niet ten dienste staat van een intensieve veehouderij gelegen in een gebied met de aanduiding “extensiveringsgebied”;

 

12.2.     Mantelzorg

Er kan om te voorzien in een tijdelijke behoefte ontheffing verleend worden om toe te staan dat een vrijstaand bijgebouw gebruikt wordt als afhankelijke woonruimte, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

1.                  behoudens een familierelatie in de eerste lijn (ouder-kind-relatie) moet aangetoond worden dat er sprake is van noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg;

2.                  er blijft sprake van de huisvesting van één huishouden;

3.                  er vindt geen onevenredige aantasting plaats van andere belangen, waaronder die van omwonenden en ( agrarische) bedrijven;

4.                  de afhankelijke woonruimte past binnen de regeling inzake bijgebouwen die dit bestemmingsplan voor de verschillende bestemmingen bevat;

5.                  de oppervlakte van de afhankelijke woonruimte mag maximaal 80m2 zijn;

6.                  de afstand tussen de afhankelijke woonruimte en de woning mag maximaal 20 meter bedragen.

7.                  aan de ontheffing wordt in ieder geval het voorschrift verbonden dat binnen twee maanden nadat het gebruik als afhankelijke woonruimte is beëindigd, dit door de hoofdbewoner van het pand schriftelijk wordt gemeld bij het college van burgemeester en wethouders en dat binnen drie maanden na deze melding de betreffende woonruimte ongeschikt wordt gemaakt voor bewoning.

 

12.3.     Aan huis verbonden beroep

Er kan ontheffing verleend worden voor het uitoefenen van een aan huis verbonden beroep door (één van) de bewoners van de desbetreffende woning. Hierbij gelden de volgende randvoorwaarden:

1.                  het aan- huis- verbonden beroep past binnen de regeling inzake bijgebouwen die dit bestemmingsplan voor de verschillende bestemmingen bevat;

2.                  de gebruikte vloeroppervlakte mag maximaal 100m² zijn;

3.                  de woonfunctie moet het belangrijkste blijven;

4.                  alleen ondergeschikte detailhandel die rechtstreeks verband houdt met het ter plaatse uitgeoefende beroep of bedrijf is toegestaan;

5.                  het beroep mag geen publiekgericht karakter hebben;

6.                  er mag geen sprake zijn verkeersaantrekkende werking;

7.                  op eigen terrein moet voorzien worden in de parkeerbehoefte.

 

12.4.     Gebruik (voormalige) agrarische bedrijfsgebouwen voor niet-agrarische doeleinden

Er kan ontheffing verleend worden voor niet-agrarisch gebruik van (voormalige) agrarische bedrijfsgebouwen mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

1.                  het betreft de opslag van naar hun aard statische goederen, d.w.z. goederen die niet regelmatige verplaatst worden (boten, antieke auto’s, caravans, inboedels en dergelijke);

2.                  uit een bedrijfsplan blijkt dat er sprake is van een nevenactiviteitbij de hoofdfunctie;

3.                  het betreft een oppervlakte van maximaal 1.000m2;

4.                  de opslag is niet bestemd voor handelsdoeleinden;

5.                  de opslag staat niet ten dienste van een elders gevestigd niet-agrarisch bedrijf.

 


12.5.     Verkoop van op het agrarische bedrijf vervaardigde of geteelde producten

Er kan ontheffing verleend worden voor detailhandel op een agrarisch bedrijf mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

1.                  het betreft de rechtstreekse verkoop in het klein van op het bedrijf vervaardigde of geteelde producten;

2.                  de voor deze detailhandel gebruikte oppervlakte bedraagt maximaal 100m2.

 

12.6.     Recreatief nachtverblijf als nevenactiviteit

Er kan ontheffing verleend worden voor het bieden van recreatief nachtverblijf als nevenactiviteit mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

1.                  de locatie is niet gelegen op gronden met de aanduiding Landbouwontwikkelingsgebied;

2.                   de hiervoor noodzakelijke faciliteiten mogen alleen worden gerealiseerd op een bestemmingsvlak en wel binnen de bestaande bouwmassa van het hoofdgebouw. het betreft ten hoogste drie verblijfseenheden;

3.                  het hoofdgebouw mag niet worden uitgebreid voor het realiseren van die verblijfseenheden;

4.                  er vindt geen onevenredige aantasting plaats van andere belangen, waaronder die van omwonenden en ( agrarische) bedrijven;

5.                  parkeren moet op eigen terrein plaatsvinden;

6.                  bij gebruik van monumentale boerderijen dient het karakter te worden gerespecteerd

 

12.7.     Realisatie minicamping

Er kan ontheffing verleend worden voor het realiseren van een minicamping en/of voor het plaatsen van trekkershutten. Hierbij gelden de volgende randvoorwaarden:

1.                  de locatie is niet gelegen op gronden met de aanduiding Landbouwontwikkelingsgebied;

2.                  de minicamping is ondergeschikt aan de hoofdbestemming;

3.                  het kamperen en plaatsen van trekkershutten moet op of aansluitend aan het bestaande bestemmingsvlak gerealiseerd worden, zodat er sprake is van een ruimtelijke eenheid;

4.                  er mogen maximaal 3 trekkershutten, met een maximale omvang van 15m² elk, geplaatst worden;

5.                  het erf heeft een omvang van minimaal 1 hectare;

6.          er vindt geen onevenredige aantasting plaats van andere belangen, waaronder die van     omwonenden en ( agrarische) bedrijven;

7.                  parkeren moet op eigen terrein plaatsvinden;

8.                  een inrichtingsplan uitwijst dat de realisatie van de minicamping past binnen de uitgangspunten van het beeldkwaliteitplan en daarmee ruimtelijk aanvaardbaar is.

 

12.8.     Vergroting inhoud woning

Er kan ontheffing verleend worden om bij boerderijen met de bestemming ‘Agrarisch- bedrijf’ of voormalige boerderijen die de bestemming ‘Wonen’ hebben gekregen, het inpandige voormalige bedrijfsgedeelte, zoals de stal, te gebruiken voor woondoeleinden ook al betekent dit dat de inhoud van de woning daarmee groter wordt dan de volgens artikel 8  toegelaten maximum inhoud. Er mag echter geen uitbreiding plaatsvinden. Tevens moeten aanbouwen die later aan het pand zijn aangebouwd en die dus niet als “origineel” zijn te kwalificeren worden gesloopt.

 

In uitzonderingsgevallen is het toegestaan de inhoud van een woning te vergroten tot meer dan de in artikel 8 toegelaten maximum inhoud indien:

1.          uit een gekwalificeerd architectonisch rapport blijkt dat daardoor de beeldkwaliteit van het pand in relatie tot zijn omgeving wordt vergroot;

2.          er sloop plaatsvindt van overtollige (voormalige bedrijfs-)gebouwen waarbij als uitgangspunt gehanteerd wordt dat de toegenomen waarde van de woning door vergroting wordt ingezet voor de sloop. Hiervoor dienen twee taxatierapporten inzake de waardevermeerdering van de woning en twee taxatierapporten van de sloopkosten opgesteld te worden. Uitgangspunt is de gemiddelde inschatting op basis van de taxaties.

 

12.9.     Verbreding landbouw

Er kan ontheffing verleend worden om agrarische bedrijfsgebouwen te gebruiken voor het treffen van voorzieningen ten behoeve van de dagopvang van ouderen of gehandicapten of het ontvangen van bezoekers aan het bedrijf onder de voorwaarde dat uit een bedrijfsplan blijkt dat de activiteiten ten behoeve van de dagopvang of ontvangen van bezoekers een ondergeschikte nevenactiviteit is ten opzichte van de hoofdactiviteit agrarische bedrijf.

 

12.10.   (Meerdaags) evenement

Er kan ontheffing verleend worden voor (meerdaagse) evenementen onder de voorwaarden dat:

1.                  het evenement maximaal 8 dagen duurt;

2.                  parkeren plaatsvindt op of aansluitend aan het evenemententerrein

3.                  er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de aan de desbetreffende gronden gegeven bestemming

 

12.11.   Hogere bouw- en goothoogte bedrijfsgebouwen

Er kan ontheffing worden verleend van de maximaal toegestane maatvoering met betrekking op goot- en bouwhoogte die geldt voor de bedrijfsgebouwen bij een agrarisch mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden dat:

1.                  het agrarische bedrijf is gelegen in het landbouwontwikkelingsgebied;

2.                  de goot- en bouwhoogte mogen maximaal 5 meter, respectievelijk 12 meter bedragen;

3.                  een inrichtingsplan uitwijst dat de bebouwing blijft passen binnen de uitgangspunten van het beeldkwaliteitplan en daarmee ruimtelijk aanvaardbaar is.

 

12.12.   Bouwen binnen de aanduiding veiligheidszone bij een leiding

Er kan ontheffing verleend worden voor het bouwen binnen de in artikel 9 aangegeven veiligheidszones, mits:

1.                  het bouwplan vanuit een oogpunt van externe veiligheid aanvaardbaar is;

2.                  vooraf wordt hieromtrent advies ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder en/of –instantie;

 

12.13.   Afwijking onderlinge afstandsgrens gebouwen

Er kan ontheffing verleend worden van de in artikel 5.2. voorgeschreven maximale onderlinge afstand van hoofdgebouwen van 15 meter tot maximaal 25 meter mits een inrichtingsplan uitwijst dat de grotere afstand blijft passen binnen de uitgangspunten van het beeldkwaliteitplan en daarmee ruimtelijk aanvaardbaar is.

 

12.14.   Aanleg zwembad

Er kan ontheffing worden verleend voor het bouwen van één niet -overdekt zwembad op het erf van een bestaande burger- of bedrijfswoning mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

1.                  de oppervlakte van het zwembad mag maximaal 100m² bedragen;

2.                  het zwembad mag niet bedrijfsmatig geëxploiteerd worden;

3.                  uit het bouwplan blijkt dat de waterafvoer van het zwembad als gevolg van een regenbui of het schoonmaken zodanig geregeld is dat dit geen nadelige invloed heeft op de omliggende gronden en/of de (druk)riolering.

 

12.15    Huisvesting werknemers

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen om agrarische bedrijfsbebouwing te gebruiken voor de huisvesting van werknemers, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

1.       uit een bedrijfsplan blijkt dat de huisvesting van werknemers vanuit bedrijfseconomisch oogpunt

            noodzakelijk is;

2.       uit het bedrijfsplan blijkt dat de huisvesting alleen ten dienste staat van de huisvesting  van werknemers die op het desbetreffende agrarische bedrijf werkzaam zijn;

3.       het aantal benodigde arbeidskrachten en benodigde periode(n) van huisvesting dienen te worden beoordeeld op basis van een advies van de Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen (AAB);

4.       huisvesting in bestaand stedelijk gebied is niet mogelijk gebleken;

5.       het bedrijfsmatig verschaffen van nachtverblijf vindt plaats binnen de bestaande bebouwing op het bedrijf;

6.       de bewoning per individueel gehuisveste persoon mag niet meer dan 6 maanden per kalenderjaar bedragen.

7.       er geen sprake is van zelfstandige wooneenheden;

8.       er dient een bedrijfswoning op het perceel aanwezig te zijn waar de eigenaar van het bedrijf woont;

9.       de bedrijfswoning mag niet worden gebruikt ten behoeve van huisvesting van seizoensarbeiders;

10.   uitbreiding van de bedrijfsbebouwing voor huisvesting van werknemers is niet toegestaan;

11.   de noodzakelijke voorzieningen moeten gerealiseerd zijn vóórdat de bewoning plaatsvindt;

12.   indien een gebruiksmelding of –vergunning op grond van het Gebruiksbesluit, de Algemene Plaatselijke verordening of Bouwverordening nodig is, geldt dat deze aangevraagd dienen te zijn voordat de ontheffing verleend wordt;

13.   per te huisvesten werknemer is een minimum van 12 m2 bruto woonoppervlakte aanwezig;

14.   het ruimtebeslag in de bedrijfsgebouwen ten dienste van de huisvesting van seizoensarbeiders mag 750 m2 bedragen;

15.   de eigenaar er dient een nachtregister bijgehouden te worden welke altijd ter plaatse aanwezig is;

16.   parkeren dient te geschieden op het agrarische bedrijfsperceel;

17.   bestemmingen in de omgeving mogen niet worden belemmerd;

18.   burgemeester en wethouders melden de huisvestingslocatie bij de Arbeidsinspectie, VROM-inspectie, Politie en het CWI;

19.   burgemeester & wethouders kunnen nadere eisen stellen aan:

·         De landschappelijke inpassing van het locatie, wat betrekking heeft op het gehele perceel;

·         Verkeerskundige maatregelen ten aanzien van veiligheid, parkeren, ontsluiting en geluidswerende voorzieningen;

·         Brandveiligheid;

·         Beheer van de huisvestingslocatie;

·         Controle van de huisvesting;

20.   Het is verboden om de ontheffing anders te gebruiken dan voor de huisvesting van seizoensarbeiders.

21.   de ontheffing wordt voor een periode van maximaal 3 jaar verleend. Verlenging is mogelijk op basis van een hernieuwd advies van de AAB (periodieke herijking);

22.   indien de bij het verlenen van de ontheffing bestaande noodzaak vanuit het oogpunt van huisvesting van tijdelijke werknemers niet meer aanwezig is, stelt de houder van de ontheffing burgemeester en wethouders daarvan binnen twee maanden schriftelijk in kennis;

23.   burgemeester en wethouders trekken de ontheffing in, indien er niet meer wordt voldaan aan de in artikel 12.15 vermelde voorwaarden of indien er sprake is van handelen in strijd met de in een ontheffing opgenomen voorschriften.