Artikel 7.                   Centrum – C

 

Beschrijving in hoofdlijnen

De bestemming Centrum is onderverdeeld in 'Centrum­ - A' (voor het winkelzwaartepunt - kernwinkelgebied) en 'Centrum - B' (overig winkelgebied). Voor een specifiek nieuw ontwikkelplan is gekozen voor een aparte bestemming: ‘Centrum – C’.

Het plan is om de locatie Nieuwstraat 2 te Gemert, kadastraal bekend onder gemeente Gemert, sectie N, perceelnummers 1117 en 1646, te herontwikkelen. Het plan omvat de realisatie van 5 appartementen op de eerste en tweede verdieping van de bestaande bebouwing en op twee verdiepingen van een nieuw te bouwen woongebouw. Op de begane grond blijven de detailhandelsruimtes gehandhaafd, waarbij een uitbreiding plaatsvindt over de volledige binnenplaats. Op de achterzijde van het perceel zijn bergingen ten behoeve van de appartementen en parkeerplaatsen middels een parkeerlift voorzien. Deze parkeerplaatsen worden gerealiseerd ten behoeve van het parkeren van de bewoners van de appartementen.

Dit plan past voornamelijk niet binnen de bouwregeling zoals opgesteld voor de hoofdbestemming Centrum – A. Derhalve is gekozen voor een specifieke hoofdbestemming.

 

7.1       Bestemmingsomschrijving

 

De voor 'Centrum - C' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.         de bestaande, aanwezige functie, zoals deze bestond ten tijde van de tervisielegging van het ontwerpplan;

b.                  wonen, uitsluitend op de verdiepingen van de gebouwen boven de begane grondlaag;

c.         detailhandel, uitsluitend op de begane grondlaag;

d.         winkelondersteunende dienstverlening, uitsluitend op de begane grondlaag;

e.         daghoreca;

 

met daaraan ondergeschikt:

f.          (inpandige) parkeervoorzieningen, op de begane grondlaag, al dan niet ondergronds;

g.         woonvoorzieningen zoals bergingen, op de begane grondlaag;

h.         groenvoorzieningen;

i.          tuinen, erven en terreinen;

j.          (openbare) nutsvoorzieningen;

k.         waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen, waterpartijen en (ondergrondse)

waterbergings- en infiltratievoorzieningen;

 

met daarbij behorende:

l.          bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

 

7.2       Bouwregels

 

7.2.1     Algemeen

Voor het bouwen op onderhavige gronden gelden de volgende algemene bouwregels:

a.         op de onderhavige gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de in 7.1 genoemde doeleinden worden gebouwd;

b.                     bouwwerken mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak;

c.         het bouwvlak mag 100% worden bebouwd;

d.         er mogen maximaal 5 appartementen worden gerealiseerd op de verdiepingen boven de begane grondlaag;

e.                     het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en

wethouders overeenkomstig het bepaalde in de 'gemeentelijke monumentenverordening' over te gaan tot het geheel of gedeeltelijk veranderen van een beeldbepalend pand ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding – beeldbepalend pand';

f.          het onder e. vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden:

1. welke het normale beheer en onderhoud betreffen;

2. welke reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het

bestemmingsplan.

 

7.2.2     Hoofdgebouwen

Voor het (ver)bouwen, uitbreiden van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:

a.         binnen de bouwaanduiding “specifieke bouwaanduiding – bestaand” geldt dat de maximale bouw- en goothoogte mag niet meer mag bedragen dan de maximale vergunde al dan niet bestaande bouw- en goothoogte;

b.         voor zover het bouwvlak is voorzien van een maatvoering met betrekking tot de maximale goot- en bouwhoogte geldt dat de maximale goot- en bouwhoogte voor dat gedeelte van het bouwvlak niet meer bedragen dan de aangegeven hoogte.

 

7.2.3     Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:

a.         de bouwhoogte van erf-/terreinafscheidingen mag maximaal 2 meter bedragen met dien verstande dat deze voor de naar de weg gekeerde gevel niet meer dan 1 meter mag bedragen;

b.         de bouwhoogte van antennes mag maximaal 12 meter bedragen;

c.         de bouwhoogte van verlichtingsarmaturen, reclame- en vlaggenmasten mag maximaal 8 meter bedragen;

d.         de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag maximaal 4 meter bedragen;

e.         de bouwhoogte van balkons en valbeveiliging mag maximaal 1 meter boven de afgewerkte verdiepingsvloer bedragen.

 

7.3.      Afwijken van de bouwregels

 

7.3.1.    Specifieke afwijkingsregels

Burgemeester en wethouders kunnen voor gronden met de bestemming “Centrum - C” bij omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels met betrekking tot de maximale goot- en bouwhoogte voor hoofdgebouwen onder de volgende voorwaarden:

a.         de maximale goot- en/of bouwhoogte mag met maximaal 1,5 meter worden verhoogd;

b.         het bouwplan voldoet aan het beeldkwaliteitplan;

 

Burgemeester en wethouders kunnen voor gronden met de bestemming “Centrum - C” bij omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels met betrekking tot de afstand van een bijbehorend bouwwerk tot de voorgevelrooilijn onder de volgende voorwaarden:

a.         het bijbehorende bouwwerk past betreft de situering en afmetingen in het beeldkwaliteitplan;

b.         er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de gebruiksmogelijkheden van de           aangrenzende gronden en de zich daarop bevindende bouwwerken;

c.         het bijbehorende bouwwerk is verbonden met het hoofdgebouw aan de voorgevel of zijgevel;

d.         het oppervlak is maximaal 20 m2;

e.         de goothoogte is maximaal 2,75 meter;

f.          het gedeelte van het gebouw dat dichter bij de voorgevelrooilijn wordt gebouwd mag geheel            gesloten wanden hebben;

g.         de afstand van het bijbehorend bouwwerk tot de grens van de als zodanig bestemde weg is           minimaal 1,5 meter;

h.         het bouwplan voldoet aan het beeldkwaliteitplan.

 

7.3.2.    Algemene afwijkingsregels

In hoofdstuk 3 van dit bestemmingsplan staan de eventueel van toepassing zijnde algemene afwijkingsregels.

 

7.4.      Specifieke gebruiksregels

 

7.4.1.    Parkeerplaatsen

Onder specifiek gebruik van de grond en bouwwerken wordt in ieder geval verstaan het gebruik ten behoeve van 8 parkeerplaatsen welke binnen 1 jaar na de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan dienen te zijn gerealiseerd en dienen vervolgens aldus in stand te worden gehouden.

 

7.4.2.    Strijdig gebruik

Onder strijdig gebruik van de grond en bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c. Wabo wordt in elk geval verstaan:

a.         het gebruik van de verdiepingen van de gebouwen anders dan voor de functie wonen met dien verstande dat de functies die ten tijde van de tervisielegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan op de verdiepingen zijn gesitueerd en vergund de functie mogen voorzetten;

b.         het gebruik van de begane grondlaag van de gebouwen voor wonen met dien verstande dat            de ondergeschikte woonvoorzieningen, zoals bergingen en parkeervoorzieningen ten behoeve van de appartementen, wel op de begane grond mogen zijn gesitueerd;

c.         het gebruik van gebouwen voor de uitoefening van een ambachtelijk of industrieel bedrijf;

d.         het uitoefenen van beroepsmatige c.q. bedrijfsmatige activiteiten in de woning of bijbehorend bouwwerk;

e.         het gebruik van bijbehorende bouwwerken voor bewoning;

f.          het gebruik van de grond en bouwwerken als verkooppunt van motorbrandstoffen;

g.         de vestiging van een supermarkt;

h          het gebruik het gebruik van de bouwwerken voor de uitoefening van een seksinrichting.

 

7.5.      Afwijken van de gebruiksregels

 

7.5.1.    Specifieke afwijkingsregels

Burgemeester en wethouders kunnen voor gronden met de bestemming “Centrum - C” bij omgevingsvergunning afwijken van de gebruiksregels voor de uitoefening van beroepsmatige activiteiten c.q. bedrijfsmatige activiteiten in de woning of bijbehorend bouwwerk onder de volgende voorwaarden:

a.         de woonfunctie blijft in overwegende mate behouden;

b.         de activiteiten mogen geen onevenredige hinder voor de centrumfunctie opleveren;

c.         de activiteiten hebben geen nadelige verkeersaantrekkende werking en de normale afwikkeling van het verkeer wordt niet nadelig beïnvloed;

d.         de activiteiten leveren geen onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimten op;

e.         het gebruik van de garage voor deze activiteiten is slechts toegestaan indien er tenminste één parkeerplaats aanwezig is;

f.          de activiteiten mogen geen onevenredige verstoring in de evenwichtige opbouw van de       voorzieningenstructuur van de centrumfunctie opleveren;

g.         maximaal 35% van het vloeroppervlak van de woning inclusief de bijbehorende bouwwerken           ten behoeve van de activiteiten mag in gebruik zijn met een maximum van 80 m2.

 

Burgemeester en wethouders kunnen voor gronden met de bestemming “Centrum - C” bij omgevingsvergunning afwijken van de gebruiksregels voor wat betreft het gebruik van de verdiepingen ten behoeve van detailhandel en dienstverlenende bedrijven onder de volgende voorwaarden:

a.         het betreft geen opslag;

b.         de woonfunctie in zijn totaliteit niet onevenredig wordt teruggedrongen.

 

7.6.      Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

 

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en

wethouders overeenkomstig het bepaalde in de 'gemeentelijke monumentenverordening':

a.         over te gaan tot het geheel of gedeeltelijk slopen van een beeldbepalend pand ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding – beeldbepalend pand';

b.         het geheel of gedeeltelijk slopen, zoals bedoeld onder a. is slechts toelaatbaar indien als gevolg daarvan voor vervangende nieuwbouw een omgevingsvergunning is verleend of anderszins nieuwbouw in redelijke mate vaststaat;

c.         het onder a. vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden:

1. welke het normale beheer en onderhoud betreffen;

2. welke reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het

bestemmingsplan.

 

7.7.      Wijzigingsbevoegdheden

 

In hoofdstuk 3 van dit bestemmingsplan staan de eventueel van toepassing zijnde algemene wijzigingsbevoegdheden.