Toelichting De bestemming Groen is
toegekend aan die locaties buiten de bestemming Natuur, waar in die mate
sprake is van landschappelijke waarde dat een afzonderlijke hierop gerichte
bestemming gerechtvaardigd is. Deze gronden hebben tevens altijd de
dubbelbestemming Waarde- Natuur en landschap ter bescherming van de waarden
van deze gronden. Leeswijzer Om van de algemene regelingen
en bepalingen op de hoogte te zijn, dient u naast dit artikel met name de
volgende planregels te raadplegen: Artikel 1 t/m 3 Inleidende regels; Artikel 22 t/m 29 Algemene regels; Als u iets wilt dat niet lijkt
te passen binnen de bestemming, kunt u de flexibiliteitregels van artikel 30
en 31 raadplegen om te kijken of deze wel mogelijkheden bieden; |
8.1. Bestemmingsomschrijving
De voor “Groen” aangewezen gronden zijn bestemd voor in stand houden van bestaande natuur- en landschapselementen zoals bestaande houtopstanden, houtwallen, houtsingels en waterpartijen, zoals poelen. Tevens zijn deze gronden bestemd voor bestaande waardevolle onverharde wegen.
8.2. Bouwregels
Op de in 8.1. bedoelde gronden
mag niet worden gebouwd.
8.3. Specifieke
gebruiksregels
De volgende werken en / of
werkzaamheden worden in ieder geval aangemerkt als met de bestemming strijdig
gebruik als bedoeld in artikel 25 en zijn dus verboden:
1. Het aanleggen van mest- of waterbassins van folie
2. Afgraven, vergraven en egaliseren van de bodem;
3. Ophogen van de bodem;
4. Het diepploegen en diepwoelen;
5. Graven, verbreden, verbeteren of dempen van sloten, greppels of kleine geďsoleerde wateren;
6. Aanleggen van drainage;
7. Aanbrengen van oppervlakteverharding meer dan 100 m2;
8. Aanbrengen van teeltondersteunende voorzieningen
8.4. Aanlegvergunningregels
Het is verboden op of in de in 8.1.
bedoelde gronden zonder of in afwijken van een schriftelijke vergunning van
burgemeester en wethouder(aanlegvergunning) de volgende werken,en niet zijnde
bouwwerkzaamheden uit te voeren:
1. Het aanleggen of verwijderen van kaden en/of het aanbrengen van veranderingen in bestaande kaden;
2. Aanbrengen van oppervlakteverharding tot 100 m2;
3. Aanbrengen van ondergrondse en bovengrondse energie-, transport en/of communicatieleidingen;
4. Vellen of rooien en het aanplanten van houtgewas;
5.
Verwijderen van erfbeplanting
Geen aanlegvergunning is vereist
voor normaal onderhoud en beheer (werkzaamheden in de bodem tot een diepte van
maximaal 40cm).
De werken en/of werkzaamheden
genoemd in 8.3. zijn slechts toelaatbaar indien zij verband houden met de
doeleinden, die aan de bestemming zijn toegekend en door het uitvoeren van deze
werken of werkzaamheden noch direct noch indirect onevenredige afbreuk wordt
gedaan aan de waarden en kwaliteiten van de desbetreffende gronden zoals
omschreven in de (dubbel)bestemming met eventuele aanduiding, en in het
beeldkwaliteitplan.
8.5. Flexibiliteitregels
In de algemene regels en de artikelen 30
en 31 van dit bestemmingsplan zijn de eventueel van
toepassing zijnde ontheffingen en wijzigingsmogelijkheden opgenomen.