Toelichting De dubbelbestemming Waarde-
Natuur en landschap is toegekend aan die locaties buiten de bestemming
Natuur, waar in die mate sprake is van landschappelijke waarde dat een
afzonderlijke hierop gerichte dubbelbestemming gerechtvaardigd is. Leeswijzer Om van de algemene regelingen
en bepalingen op de hoogte te zijn, dient u naast dit artikel met name de
volgende planregels te raadplegen: Artikel 1 t/m 3 Inleidende regels; Artikel 22 t/m 29 Algemene regels; Als u iets wilt dat niet lijkt
te passen binnen de bestemming, kunt u de flexibiliteitregels van artikel 30
en 31 raadplegen om te kijken of deze wel mogelijkheden bieden. |
19.1. Bestemmingsomschrijving
De voor “Waarde- Natuur en landschap” aangewezen gronden zijn bestemd voor het in stand houden van bestaande natuur- landschapselementen zoals bestaande houtopstanden, houtwallen, houtsingels en waterpartijen, zoals poelen.
Tevens zijn deze gronden bestemd
voor behoud, herstel en ontwikkeling van aanwezige ecologische,
landschappelijke en natuurwaarden met dien verstande dat de gronden tevens zijn
bestemd voor de eveneens aangegeven overige bestemmingen.
19.2. Bouwregels
Op de in 19.1. bedoelde gronden
mag niet worden gebouwd.
19.3. Specifieke
gebruiksregels
Voor de in 19.1. bedoelde gronden worden de volgende werken en/of
werkzaamheden in ieder geval als met de bestemming strijdig gebruik aangemerkt
en zijn dus verboden:
1 ophogen van de bodem.
2. het aanleggen of verwijderen van kaden en/of het aanbrengen
van veranderingen in bestaande kaden.
3. diepwoelen en diepploegen
4. aanbrengen van
oppervlakteverharding.
5. aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse energie-,
transport en/of communicatieleidingen
6. het aanbrengen van teeltondersteunende voorzieningen
7. het aanleggen van mest-
of waterbassins van folie.
19.4. Aanlegvergunningregels
Het is verboden op of in de in 19.1.
bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van
burgemeester en wethouders(aanlegvergunning) de volgende werken, niet zijnde
bouwwerkzaamheden uit te voeren:
1. Afgraven, vergraven en egaliseren van de bodem;
2. Graven, verbreden, verbeteren of dempen van sloten, greppels
of kleine geďsoleerde wateren;
3. Aanleggen van drainage;
4. Vellen of rooien en het aanplanten van houtgewas;
5. Verwijderen van erfbeplanting
Deze werken en/of werkzaamheden
zijn slechts toelaatbaar indien zij verband houden met de doeleinden, die aan
de bestemming zijn toegekend en door het uitvoeren van deze werken of
werkzaamheden noch direct noch indirect onevenredige afbreuk wordt gedaan aan
de waarden en kwaliteiten van de desbetreffende gronden zoals omschreven in de
(dubbel)bestemming met eventuele aanduiding, en in het beeldkwaliteitplan.
Geen aanlegvergunning is vereist
voor normaal onderhoud en beheer (werkzaamheden in de bodem tot een diepte van
maximaal 40cm).
19.5. Flexibiliteitregels
In de algemene regels en de artikelen 30
en 31 van dit bestemmingsplan zijn de eventueel van
toepassing zijnde ontheffingen en wijzigingsmogelijkheden opgenomen.