Toelichting De bestemming water
is toegekend aan bestaande waterlopen en waterpartijen van enige omvang
waardoor een afzonderlijke bestemming gerechtvaardigd is. Niet alleen de
waterhuishoudkundige functie is van belang maar ook de betekenis voor
natuurontwikkeling en/of recreatie. Leeswijzer Om van
de algemene regelingen en bepalingen op de hoogte te zijn, dient u naast dit
artikel met name de volgende planregels te
raadplegen: ·
Artikel 1 t/m 3 Inleidende regels; ·
Artikel 22 t/m 29 Algemene regels; Als u iets wilt dat niet lijkt te passen binnen
de bestemming, kunt u de flexibiliteitregels van artikel 30 en 31 raadplegen
om te kijken of deze wel mogelijkheden bieden. |
14.1. Bestemmingsomschrijving
De voor Water aangewezen gronden zijn bestemd voor:
1. waterhuishoudkundige doeleinden, met name aan- en afvoer van water
2. natuurontwikkeling
3. voor zover op de verbeelding aangeduid met “Ecologische verbindingszone” voor de instandhouding en ontwikkeling van een ecologische verbindingszone
4. extensief recreatief medegebruik
5. voor zover aangeduid met de aanduiding (r) overwegend bedoeld voor waterrecreatieve doeleinden.
6. voor zover aangeduid met de aanduiding (n) alleen bedoeld voor natuurdoeleinden.
14.2. Bouwregels
Op of in de in 14.1. bedoelde gronden mogen
uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd ten dienste van de
in de doeleindenomschrijving omschreven bestemming met een hoogte van maximaal
14.3. Specifieke gebruiksregels
De volgende
werken en/of werkzaamheden worden in ieder geval aangemerkt als met de
bestemming strijdig gebruik als bedoeld in artikel 25 en zijn dus verboden: het
aanleggen van mest- of waterbassins van folie
Voor de in 14.1. bedoelde gronden met de
aanduiding “Ecologische verbindingszone” worden de volgende werken en/of
werkzaamheden in ieder geval als met de bestemming strijdig gebruik aangemerkt
en zijn dus verboden:
1. aanbrengen van
oppervlakteverharding.
2. het aanleggen
van mest- of waterbassins van folie
14.4. Aanlegvergunningregels
Onverminderd
het bepaalde in 14.3. is het verboden op of in de in 14.1.
bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van
burgemeester en wethouders ( aanlegvergunning) de volgende werken, niet zijnde
bouwwerkzaamheden uit te voeren:
1. aanleggen of verwijderen van kaden en/of het aanbrengen van
veranderingen in bestaande kaden
2. graven,
verbreden, verbeteren of dempen van sloten, greppels of kleine geďsoleerde
wateren
3. aanbrengen van
ondergrondse energie-, transport- en/of communicatieleidingen.
4. aanbrengen van
bovengrondse energie-, transport- en of communicatieleidingen.
5. vellen of
rooien en het aanplanten van houtgewas
6.. verwijderen van
erfbeplanting
Onverminderd
het bepaalde in 14.3. is het verboden op of in gronden
met de aanduiding “Ecologische verbindingszone” zonder of in afwijking van een
schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders ( aanlegvergunning) de
volgende werken, niet zijnde bouwwerkzaamheden uit te voeren:
1. afgraven,
vergraven en egaliseren van de bodem.
2. ophogen van de
bodem.
3. het aanleggen of verwijderen van kaden en/of het aanbrengen
van veranderingen in bestaande kaden.
4. het diepploegen
en diepwoelen.
5. graven,
verbreden, verbeteren of dempen van sloten, greppels of kleine geďsoleerde
wateren.
6. aanleggen van
drainage.
7. aanbrengen van
ondergrondse energie-, transport- en/of communicatieleidingen.
8. aanbrengen van
bovengrondse energie-, transport- en of communicatieleidingen.
9. vellen of
rooien en het aanplanten van houtgewas.
10. aanbrengen van
teeltondersteunende voorzieningen.
Deze werken en/of werkzaamheden zijn
slechts toelaatbaar indien zij verband houden met de doeleinden, die aan de
bestemming zijn toegekend en door het uitvoeren van deze werken of
werkzaamheden noch direct noch indirect onevenredige afbreuk wordt gedaan aan
de waarden en kwaliteiten van de desbetreffende gronden zoals omschreven in de
(dubbel)bestemming met eventuele aanduiding, en in het beeldkwaliteitplan.
Geen aanlegvergunning is vereist voor normaal onderhoud en beheer (werkzaamheden in de bodem tot een diepte van maximaal 40cm).