Toelichting In dit artikel wordt een
relatie gelegd met de Reconstructiewet concentratiegebieden. Deze wet kent
drie reconstructiezones: landbouwontwikkelingsgebied, verwevingsgebied en
extensiveringsgebied. De provincie heeft in het Reconstructieplan De Peel
onder andere voor het grondgebied van de gemeente Gemert- Bakel de
verschillende zones bepaald. |
De Reconstructiewet
concentratiegebieden geeft de volgende omschrijving van een extensiveringsgebied:
een ruimtelijk begrensd gedeelte van een reconstructiegebied met het primaat
wonen of natuur, waar uitbreiding, hervestiging of nieuwvestiging van in
ieder geval intensieve veehouderij onmogelijk is of onmogelijk gemaakt zal
worden. Het bestemmingsplan en de verbeelding maken onderscheid tussen “extensivering wonen” en “extensivering natuur”. |
26.1.1 Landbouw in extensiveringsgebied
Intensieve
veehouderij
Het beleid in gebieden met de aanduiding “reconstructiewetzone- extensiveringsgebied” is gericht op het
in gang zetten van een afw
Uitbreiding van intensieve veehouderijen is uitgesloten behoudens een
eenmalige uitbreiding van maximaal 10% als dit noodzakelijk is om te voldoen
aan de eisen van dierenwelzijn.
Andere agrarische bedrijfsvormen
Nieuwvestiging van agrarische bedrijven is uitgesloten. De grondgebonden
veehouderij kan zich in principe normaal blijven ontwikkelen. Omschakeling op
een agrarisch bestemmingsvlak naar niet grondgebonden (anders dan intensieve
veehouderij) of grondgebonden landbouw is mogelijk. Omschakeling naar
glastuinbouw is uitgesloten. Uitbreiding van grondgebonden agrarische bedrijven
tot maximaal
Vollegrondboomteelt is in deze gebieden uitgesloten. Enerzijds omdat bij
het grondgebruik beperkingen liggen met betrekking tot water, cultuurhistorie,
anderzijds vanwege de toenemende behoefte aan teeltondersteunende voorzieningen
die in dit gebied niet gewenst zijn.
Ondersteunende voorzieningen
Binnen het agrarisch bestemmingsvlak zijn op bedrijfsniveau
ondersteunende voorzieningen, zoals mestverwerking, energie- opwekking en
biovergisting toegestaan ten behoeve van een duurzame ontwikkeling van het ter
plaatse gevestigde bedrijf.
Binnen het agrarisch bestemmingsvlak zijn alle vormen van teeltondersteunende
voorzieningen, inclusief maximaal
26.1.2 Niet-agrarische en recreatieve activiteiten in extensiveringsgebied
Voor niet-agrarische bedrijfsactiviteiten wordt een uitbreiding
toegestaan van maximaal 15% van de bestaande bebouwing.
Omschakeling naar een andere niet-agrarische bedrijfsactiviteit is
toegestaan binnen de milieucategorieën 1, 2 en 3. Extensieve vormen van
recreatie zijn toegestaan.
Het als zodanig bestemd recreatiebedrijf kan zijn activiteiten blijven
voortzetten. Op vrijkomende agrarische locaties is het in principe mogelijk een
nieuw recreatiebedrijf te vestigen.
26.1.3 Wonen in extensiveringsgebied
Toevoeging van burgerwoningen is toegestaan door splitsing van
beeldbepalende panden in combinatie met sloop van alle overtollige gebouwen.
Tijdelijke woonvoorzieningen ten behoeve van mantelzorg zijn onder voorwaarden
toegestaan evenals aan huis gebonden beroepen.
Artikel 26.2.
Verwevingsgebied
Toelichting De Reconstructiewet
concentratiegebieden geeft de volgende omschrijving van een verwevingsgebied:
een ruimtelijk begrensd gedeelte van een reconstructiegebied gericht op
verweving van landbouw, wonen en natuur, waar hervestiging of uitbreiding van
de intensieve veehouderij mogelijk is mits de ruimtelijke kwaliteit of
functies van het gebied zich daar niet tegen verzetten. Het verwevingsgebied is als
zodanig op de verbeelding aangeduid. |
26.2.1. Landbouw
in verwevingsgebied
Verwevingsgebieden
zijn gericht op verweving van landbouw, wonen, natuur en recreatie. Nieuwvestiging
van agrarische bedrijven is niet toegestaan. De grondgebonden veehouderij kan
zich in de verwevingsgebieden in principe normaal blijven ontwikkelen.
Uitbreiding tot
Ondersteunende voorzieningen
Binnen het agrarisch bestemmingsvlak zijn op bedrijfsniveau
ondersteunende voorzieningen, zoals mestverwerking, energie- opwekking en
biovergisting toegestaan ten behoeve van een duurzame ontwikkeling van het ter
plaatse gevestigde bedrijf.
Binnen het agrarisch bestemmingsvlak zijn alle vormen van
teeltondersteunende voorzieningen, inclusief maximaal
Permanente teeltondersteunende voorzieningen zijn ook aansluitend aan
het bestemmingsvlak mogelijk middels een ontheffing
tot maximaal
26.2.2. Niet-agrarische en recreatieve activiteiten in verwevingsgebied
Voor niet-agrarische bedrijfsactiviteiten wordt een uitbreiding
toegestaan van maximaal 15% van de bestaande bebouwing. Voor agrarisch verwante
bedrijvigheid geldt een uitbreiding van maximaal 25%.
Omschakeling naar een andere niet-agrarische bedrijfsactiviteit is toegestaan,
mits dit gebeurt binnen dezelfde milieucategorie. Recreatieve
bedrijfsactiviteiten zijn onder voorwaarden mogelijk.
Bestaande recreatiebedrijven kunnen hun activiteiten blijven
voortzetten. Op vrijkomende agrarische locaties is het in principe mogelijk een
nieuw recreatiebedrijf te vestigen, tenzij het gaat om een duurzame locatie
voor intensieve veehouderij.
26.2.3. Wonen in verwevingsgebied
Toevoeging van burgerwoningen is mogelijk alleen door splitsing van
beeldbepalende panden en via de ruimte voor ruimte regeling in
bebouwingsclusters. Tijdelijke woonvoorzieningen ten behoeve van mantelzorg
zijn toegestaan evenals aan huis gebonden beroepen.
Artikel 26.3. Landbouwontwikkelingsgebied
Het begrip landbouwontwikkelingsgebied komt uit de
Reconstructiewet concentratiegebieden: een ruimtelijk begrensd gedeelte van
een reconstructiegebied met het primaat landbouw dat geheel of gedeeltelijke
voorziet, of in het kader van de reconstructie zal voorzien, in de
mogelijkheid tot uitbreiding, hervestiging of nieuwvestiging van intensieve
veehouderij. In deze partiële herziening zijn
drie agrarische bedrijfslocaties gelegen in landbouwontwikkelingsgebied. |
26.3.1. Landbouw in landbouwontwikkelingsgebied
Intensieve veehouderij
De twee in het bestemmingsplan Buitengebied opgenomen
landbouwontwikkelingsgebieden vloeien direct voort uit het Reconstructieplan De
Peel. In het landbouwontwikkelingsgebied ligt het primaat op de landbouw en dan
met name op de intensieve veehouderij. Dit heeft tot
gevolg dat op alle bestaande bestemmingsvlakken ‘agrarisch bedrijf’ vanuit het
bestemmingsplan gezien intensieve veehouderij is toegestaan. Op deze locaties
is onder voorwaarden omschakeling naar en hervestiging van intensieve
veehouderij mogelijk. Deze mogelijkheid geldt ook voor bestemmingsvlakken waar
nu een burgerwoning, niet- agrarisch of agrarisch verwant bedrijf is gevestigd.
Ook kunnen intensieve veehouderijen van elders hier
naartoe verplaatst worden. Verder is uitbreiding ten behoeve van de intensieve
veehouderij van bestaande bestemmingsvlakken mogelijk. In alle gevallen zal
voldaan moeten worden aan de randvoorwaarden van sectorale wetgeving zoals de
Wet milieubeheer.
Andere agrarische bedrijfsvormen
De grondgebonden veehouderij en alle andere agrarische bedrijfsactiviteiten
dan intensieve veehouderij kunnen worden voortgezet, waarbij het
bestemmingsvlak maximaal
Ondersteunende
voorzieningen
Binnen het agrarisch bestemmingsvlak zijn op bedrijfsniveau
ondersteunende voorzieningen, zoals mestverwerking, energie- opwekking en
biovergisting toegestaan ten behoeve van een duurzame ontwikkeling van het ter
plaatse gevestigde bedrijf.
Binnen het agrarisch bestemmingsvlak zijn alle vormen van teeltondersteunende
voorzieningen, inclusief maximaal
26.3.2. Niet-agrarische activiteiten in landbouwontwikkelingsgebied
Bestaande activiteiten zijn positief bestemd en mogen worden voortgezet.
Hiervoor wordt een uitbreiding toegestaan van maximaal 15% van de bestaande
oppervlakte van de bebouwing op de datum van ter visie legging van het ontwerp
van dit bestemmingsplan. Voor agrarisch verwante bedrijvigheid geldt een
uitbreiding van maximaal 25%.
Omschakeling naar een andere niet-agrarische bedrijfsactiviteit is
toegestaan, mits dit gebeurt binnen dezelfde milieucategorie. Nieuwe
niet-agrarische bedrijfsactiviteiten zijn niet toegestaan, ook niet op
vrijkomende agrarische locaties. Dit geldt ook voor agrarisch verwante
bedrijven en recreatieve bedrijvigheid.
26.3.3. Wonen in landbouwontwikkelingsgebied
Beleidsmatig wordt het standpunt ingenomen dat burgerwoningen zo veel
mogelijk geconcentreerd moeten worden in kernen. Zij zijn in functioneel
opzicht namelijk niet aan het buitengebied gebonden. Maar de aanwezigheid van
burgerwoningen in het buitengebied is een maatschappelijk gegeven.
Burgerwoningen kunnen echter een belemmering vormen voor agrarische
activiteiten. Dit geldt zeker in het landbouwontwikkelingsgebied, waar het
beleid primair is gericht op het bieden van mogelijkheden voor de ontwikkeling
van de intensieve veehouderij.
Bestaande woningen zijn echter ook in het landbouwontwikkelingsgebied een gegeven. Zij zijn positief bestemd. Het streven is erop gericht het aantal burgerwoningen in het landbouwontwikkelingsgebied te verminderen door de mogelijkheid te bieden deze om te zetten in een locatie voor intensieve veehouderij. Toevoeging van burgerwoningen door splitsing van (beeldbepalende) panden is uitgesloten in het landbouwontwikkelingsgebied. Tijdelijke woonvoorzieningen ten behoeve van mantelzorg zijn onder de gebruikelijke voorwaarden toegestaan evenals aan huis gebonden beroepen.