Artikel 8.          Maatschappelijk

 

Toelichting

De bestemming Maatschappelijk is toegekend aan die locaties, waar sprake is van niet-agrarische activiteiten van niet commerciële aard maar met een sociaal-cultureel of algemeen maatschappelijk karakter. Voor elke locatie geldt dat alleen de activiteit die in dit artikel is genoemd, bij recht is toegestaan. Verandering van activiteiten binnen deze bestemming is alleen mogelijk met een omgevingsvergunnnig voor het afwijken van dit bestemmingsplan.

 

8.1.       Bestemmingsomschrijving

1.         De voor “Maatschappelijk” aangewezen gronden zijn bestemd voor (sociaal)medische, culturele, educatieve, religieuze en kunstzinnige doeleinden, sportvoorzieningen, alsmede voorzieningen ten behoeve van waterberging en –infiltratie met dien verstande dat binnen elk bestemmingvlak dat in onderstaand schema in kolom 1 is opgenomen alleen die activiteit is toegelaten die in kolom 2 voor de betreffende locatie is aangegeven. De maximaal toegestane milieucategorie is de milieucategorie die in kolom 3 is opgenomen.

 

Adres

Activiteit

Cat.

Volgnr

Lijsterlaan 28 De Mortel

De Sprenk/NL Outdoor, kruidencentrum/natuureducatie/

beweging en natuurbeleving

3

41

 

8.2.      Bouwregels

 

8.2.1.    Algemeen

1.         Per bestemmingsvlak mag één bedrijfswoning aanwezig zijn, voor zover reeds bestaand,  met bijbehorende bouwwerken.

2.         Op of in de in 8.1. bedoelde gronden mag de bestaande oppervlakte bedrijfsgebouwen, die aanwezig en vergund zijn op het moment van ter visie leggen van het ontwerp van dit bestemmingsplan of die nog mag worden gebouwd op grond van een verleende bouwvergunning, niet worden uitgebreid.

 

8.2.2.    Maatvoering

Op of in de in 8.1. bedoelde gronden mag gebouwd worden met inachtneming van de volgende maatvoering:

1.         De bedrijfswoning mag een inhoud hebben van maximaal 750m³

2.         Bij de bedrijfswoning is een bijbehorend bouwwerk toegestaan met een oppervlakte van maximaal 100m², een goothoogte van maximaal 3m¹ en een bouwhoogte van maximaal 5,5m¹

3.         De maximale goothoogte van hoofdgebouwen is 8m¹, tenzij uit de verbeelding een andere hoogte blijkt

4.         De maximale bouwhoogte van hoofdgebouwen is 12m¹, tenzij uit de verbeelding een andere hoogte blijkt

5.         De maximale toegestane hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde is 12m¹

6.         De onderlinge afstand tussen de (hoofd)gebouwen mag maximaal 15m¹ zijn

7.         De hoogte van erfafscheidingen mag maximaal 2m¹ zijn

8.         De minimale afstand van bouwwerken tot de zijdelingse en achterste perceelsgrens is 3m¹

9.         De maximale oppervlakte van uitbreiding van bebouwing zonder een goedgekeurd erfbeplantingsplan is 20m².

 

8.3.      Afwijken van de bouwregels

Specifieke afwijkingsregels

Toepassing van de afwijkingsregels die in dit artikel zijn opgenomen, is slechts toegestaan indien wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 15.1.

 

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 8.2. ten behoeve van een uitbreiding van maximaal 15% van het maximaal toegestane bebouwd oppervlak.

 

Algemene afwijkingsregels

In hoofdstuk 3 van dit bestemmingsplan staan de eventueel van toepassing zijnde algemene afwijkingsregels.

 

8.4.      Specifieke gebruiksregels

1.         Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruiken van bouwwerken voor bewoning anders dan de bedrijfswoning.

2.         De volgende werken en / of werkzaamheden worden in ieder geval aangemerkt als met de bestemming strijdig gebruik en zijn dus verboden: het aanleggen van mest- of waterbassins van folie.

 

8.5.      Afwijken van de gebruiksregels

Algemene afwijkingsregels

In hoofdstuk 3 van dit bestemmingsplan staan de eventueel van toepassing zijnde algemene afwijkingsregels.

 

8.6.      Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden

8.6.1.    Verboden uitvoering van werken en/of werkzaamheden

Het is verboden op of in de in 8.1. bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning) erfbeplanting te verwijderen.

 

8.6.2.    Voorwaarden

Deze werken en/of werkzaamheden zijn slechts toelaatbaar indien zij verband houden met de doeleinden, die aan de bestemming zijn toegekend en door het uitvoeren van deze werken of werkzaamheden noch direct noch indirect onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waarden en kwaliteiten van de desbetreffende gronden zoals omschreven in de (dubbel)bestemming met eventuele aanduiding, en in het beeldkwaliteitplan.

Voor het verwijderen van erfbeplanting geldt in dit verband dat uit een nieuw (erf)inrichtingsplan moet blijken dat aan artikel 14.1. kan worden voldaan.

 

8.6.3..   Uitzonderingen

Geen omgevingsvergunning is vereist voor normaal onderhoud en beheer.

 

8.7.      Wijzigingsregels

In hoofdstuk 4 van dit bestemmingsplan staan de eventueel van toepassing zijnde wijzigingsregels.