Artikel 6.          Bedrijf

 

Toelichting

De bestemming bedrijf is van oorsprong een verzamelbestemming. Hieronder vallen bedrijfsactiviteiten, die niet-agrarisch en bijvoorbeeld agrarisch verwant zijn, zoals horeca, ambachtelijk bedrijf, reparatiebedrijf, loonwerkbedrijf etc. In dit bestemmingsplan gaat het om één locatie. Voor alle locaties geldt dat alleen de bedrijfsvorm/activiteit die in de tabel is genoemd bij recht is toegestaan. Verandering van activiteiten binnen deze bestemming is alleen mogelijk na ontheffing.

 

6.1.     Bestemmingsomschrijving

1.         De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.         niet-agrarische bedrijfsactiviteiten;

b.         landschapsopbouw onder andere in de vorm van een groene erfinrichting;

c.         voorzieningen ten behoeve van parkeren,

d.         waterberging en - infiltratie

 

met dien verstande dat binnen elk in kolom 1 van de tabel opgenomen bestemmingsvlak:

e.         enkel de bedrijfsvorm is toegelaten die in de kolom is aangegeven;

f.          de maximaal toegestane milieucategorie is de milieucategorie, die in kolom 3 is opgenomen.

g.         per bestemmingsvlak mag één bedrijf aanwezig zijn.

h.         per bestemmingsvlak mag één bedrijfswoning aanwezig zijn voor zover reeds bestaand en/of vergund met bijbehorende bouwwerken.

 

 

Adres

Activiteit

Cat.

Volgnr

Niet-agrarisch

 

 

 

Oudestraat 145 Gemert

Groothandel in tweedehandse voer- en vaartuigen, machines en machinerieën

2

86

 

6.2.      Bouwregels

 

6.2.1.    Algemeen

Op of in de in 6.1. bedoelde gronden mag de oppervlakte van bedrijfsgebouwen, die aanwezig en/of vergund zijn op het moment van ter visie leggen van het ontwerp van dit bestemmingsplan, niet uitgebreid worden.

 

6.2.2.    Maatvoering

Op of in de in 6.1. bedoelde gronden mag gebouwd worden met inachtneming van de volgende maatvoering:

1.         De bedrijfswoning mag een inhoud hebben van maximaal 750m³;

2.         Bij de bedrijfswoning is een bijbehorend bouwwerk toegestaan met een oppervlakte van maximaal 100m², een goothoogte van maximaal 3 meter en een bouwhoogte van maximaal 5,5 meter;

3.         De maximale goothoogte van hoofdgebouwen is 4,5 meter, tenzij uit de verbeelding een andere hoogte blijkt;

4.         De maximale bouwhoogte van hoofdgebouwen is 11 meter, tenzij uit de verbeelding een andere hoogte blijkt;

5.         De onderlinge afstand tussen de (hoofd)gebouwen mag maximaal 15 meter zijn;

6.         De maximale toegestane hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde is 12 meter

7.         De hoogte van erfafscheidingen mag maximaal 2 meter zijn;

8.         De minimale afstand van bouwwerken tot de zijdelingse en achterste perceelsgrens is 3 meter;

9.         De maximale oppervlakte van uitbreiding van bebouwing zonder een goedgekeurd erfbeplantingsplan is 20m².

 

 

 

 

6.4.      Afwijken van de bouwregels

 

Specifieke afwijkingsregels

Toepassing van de afwijkingsregels die in dit artikel zijn opgenomen, is slechts toegestaan indien wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 17.2.

 

6.4.1.    Uitbreiding bedrijf

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor het met maximaal 15% uitbreiden van de bestaande en/of vergunde oppervlakte bedrijfsgebouwen ten behoeve van niet- agrarische bedrijven.

Hierbij gelden de volgende randvoorwaarden:

1.         bij het bepalen van de oppervlakte bedrijfsgebouwen wordt de bedrijfswoning met bijbehorende aan- en bijbouwen niet in aanmerking genomen;

2.         uit een inrichtingsplan blijkt dat de uitbreiding past binnen de uitgangspunten van het        beeldkwaliteitplan en daarmee ruimtelijk aanvaardbaar is;

3.         er vindt geen onevenredige aantasting plaats van andere belangen, waaronder die van       omwonenden en ( agrarische) bedrijven;

4.         buitenopslag is niet toegestaan;

5.         parkeren, laden en lossen dienen op eigen terrein plaats te vinden;

6.         reclameaanduidingen dienen beperkt te blijven tot een bescheiden naamsaanduiding;

            de capaciteit van de ontsluitingsweg dient voldoende te zijn.

 

Algemene afwijkingsregels

In hoofdstuk 3 van dit bestemmingsplan staan de eventueel van toepassing zijnde algemene afwijkingsregels.

 

6.5.      Specifieke gebruiksregels

1.         Onder met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gebouwen anders dan de bedrijfswoning voor bewoning.

2.         De volgende werken en / of werkzaamheden worden in ieder geval aangemerkt als met de bestemming strijdig gebruik en zijn dus verboden: het aanleggen van mest- of waterbassins van folie

 

6.6.      Afwijken van de gebruiksregels

 

Specifieke afwijkingsregels

Toepassing van de afwijkingsregels die in dit artikel zijn opgenomen, is slechts toegestaan indien wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 17.2.

 

6.6.1.    Omschakeling bedrijfsvorm bedrijf

Burgemeester en wethouders kunnen voor gronden met de bestemming “Bedrijf” bij omgevingsvergunning afwijken van de gebruiksregels voor het omschakelen naar een andere bedrijfsvorm is toegestaan, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

1.         de nieuwe bedrijfsvorm valt binnen dezelfde of een lagere milieucategorie en is qua ruimtelijke       uitstraling vergelijkbaar met de oorspronkelijke bedrijfsvorm;

2.         uit een bedrijfsplan blijkt dat de nieuwe activiteit ook op de langere termijn te exploiteren is           binnen de in de bestemming genoemde randvoorwaarden;

3.         uit een inrichtingsplan blijkt dat het hergebruik van de bedrijfsruimten in combinatie met de           erfinrichting leidt tot een verbetering.

 

Algemene afwijkingsregels

In hoofdstuk 3 van dit bestemmingsplan staan de eventueel van toepassing zijnde algemene afwijkingsregels.

 

6.7.      Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden

 

6.7.1.    Verboden uitvoering van werken en/of werkzaamheden

Het is verboden op of in de in 6.1. bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders ( omgevingsvergunning) erfbeplanting te verwijderen.

 

6.7.2.    Voorwaarden

Deze werken en/of werkzaamheden zijn slechts toelaatbaar indien zij verband houden met de doeleinden, die aan de bestemming zijn toegekend en door het uitvoeren van deze werken of werkzaamheden noch direct noch indirect onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waarden en kwaliteiten van de desbetreffende gronden zoals omschreven in de (dubbel)bestemming met eventuele aanduiding, en in het beeldkwaliteitplan.

Voor het verwijderen van erfbeplanting geldt in dit verband dat uit een nieuw (erf)inrichtingsplan moet blijken dat aan artikel ... kan worden voldaan.

 

6.7.3.    Uitzonderingen

Geen omgevingsvergunning is vereist voor normaal onderhoud en beheer.

 

6.8.      Wijzigingsregels

In hoofdstuk 4 van dit bestemmingsplan staan de eventueel van toepassing zijnde wijzigingsregels.